En dit is niet anders als het gaat over de plasticvervuiling van rivieren.

Hoewel er veel media-aandacht bestaat voor het plastic probleem, is de kennis over de plastic afvalstromen eerder beperkt. Om inzicht te krijgen in deze milieuproblematiek, bestaan wel reeds verschillende monitoringsinitiatieven. Programma’s die plastic afval op stranden verzamelen, helpen ruimtelijke en temporele trends van het probleem in kaart te brengen. Plastic als bijvangst bij commerciële visserij of analyse van maaginhoud van vogels, zijn ook veelgebruikte technieken om het probleem in het mariene milieu te onderzoeken. Geen van deze technieken kan echter de toestroom aan plastic vanuit het bekken naar de oceanen, de plastic flux, adequaat kwantificeren. Hoeveel afval stroomt er jaarlijks richting zee? Waar juist komt het plastic afval vandaan? In welke mate dragen rivieren, die ook met plastic afval zijn beladen, bij aan de plastic soep in het mariene milieu? Inzicht in deze context is echter essentieel om een efficiënte remediëring te kunnen definiëren en implementeren.

Daarom starten in de context van Zero Plastic Rivers een aantal specifieke onderzoeksprojecten om de plasticvervuiling van rivieren te kunnen meten. Hiervoor volgen we twee afzonderlijke maar complementaire sporen.

Ten eerste willen we plasticvervuiling van een rivier kwantificeren op basis van beschikbare kennis en technologie.
Dit is de focus van een doctoraatsonderzoek dat wordt gecoördineerd en uitgevoerd binnen de onderzoeksgroepen ‘ECOBE’ en ‘SPHERE’, onderdeel van de faculteit Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
Dit onderzoek o.l.v. Prof. dr. Patrick Meire, ir. Tom Maris (ECOBE) en Prof. dr. Ronny Blust heeft als eerste doelstelling het kwantificeren van de plastic flux op de schaal van een volledig rivierbekken, i.c. van de Schelde. Hierbij zullen een aantal onderzoeksvragen aan bod komen, zoals:
– Waar zijn de grootste bronnen van plastic afval?
– Wat is de verblijftijd van dit afval?
– Zijn er sinks, zones met lange retentie van plastic afval in het riviersysteem?

De tweede doelstelling van dit doctoraatsonderzoek is het zoeken naar efficiënte remediëring, door na te gaan waar en op welke wijze kan ingegrepen worden.
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, zal een monitoringsnetwerk opgezet worden om plastic afval te verzamelen op specifieke punten zoals bv. stuwen, sluizen en waterzuiveringsinstallaties. Vervolgens zal het verzamelde plastic volgens een welbepaald protocol moeten gesorteerd, gewassen, gedroogd, gewogen en gekarakteriseerd worden. De resultaten zullen gebruikt worden om op basis van o.a. statistische analyse een effectieve en efficiënte strategie uit te werken om het probleem van plastic vervuiling met succes aan te pakken.

Ten tweede starten we onderzoeksprojecten op om nieuwe sensor-gebaseerde meettechnieken te ontwikkelen, met de bedoeling om zo snel en efficiënt mogelijk betrouwbare metingen te kunnen uitvoeren.
Als masterstudent van de Katholieke Universiteit Leuven zal Cedric Nijssen een studie uitvoeren omtrent de verschillende beschikbare sensortechnologieën die mogelijk in aanmerking kunnen komen. Dit onderzoek met als titel “Semi-autonomous detection of suspended plastics in inland waterways” zal hij uitvoeren aan het Departement Werktuigkunde, Faculteit Ingenieurswetenschappen, onder begeleiding van Prof. dr. ir. Herman Bruyninckx.

Aansluitend plannen we een onderzoeksproject dat de functionele vereisten van een sensor-gebaseerd meetsysteem in kaart wil brengen. We hopen dit project te kunnen opstarten in het voorjaar van 2018.

Categories:

Comments are closed